Het ‘Brittanic’ orgel
Firma Welte
Welte & Söhne (opgericht door Michael Welte in 1832) was een firma uit het Duitse Schwarzwald en
later Freiburg, gespecialiseerd in het vervaardigen van mechanische muziekinstrumenten. In de
praktijk bouwden ze echter voornamelijk theaterorgels, orkestorgels, kerkorgels, flötenuhren en
orchestrions. In hun werklijst staan o.a. 88 orkestorgels, 52 theaterorgels en 26 kerkorgels.
Het eerste door hen gebouwde Philharmonie-orgel werd op de Wereldtententoonstelling van 1911
in Turijn gepresenteerd.
In 1944 werd het bedrijfscomplex in Freiburg door bombardementen volledig verwoest.
Daarbij zijn ook de door Welte geheim gehouden opnamemethodes -en apparaten vernietigd.
Het is bekend dat Max Reger ook opnames op een Welte-orgel heeft gemaakt (zie foto).
Wereldwijd is er nog maar één opnameapparaat voor het Philhamonie-orgel behouden gebleven
en deze bevind zich ook in het museum in Seewen.
De activiteiten van Welte werden beëindigd in 1952.
Britannic
De Britannic van de rederij ‘White Star Line’ was het derde en laatste schip van de Olympische klasse
en werd net als de zusterschepen Titanic en Olympic vanaf 1911 gebouwd op de scheepswerf van
Harland & Wolff (Belfast). De tewaterlating was in februari 1914. Oorspronkelijk gebouwd als luxueus
passagierschip werd het echter door toedoen van de 1e Wereldoorlog ingezet als hospitaalschip.
Op 21 november 1916 voer de Britannic in de Egeïsche Zee op een Duitse zeemijn en zonk.
Het orgel
In 1913/1914 bouwde de firma Welte & Söhne een orgel (als variant op het basismodel V-VI):
het zogenaamde 'Welte Philharmonic' orgel.
Het heeft een vrijstaande speeltafel met twee klavieren en pedaal evenals een rolmechanisme
voor geautomatiseerd spel. Tijdens de restauratie van het orgel door de orgelbouwfirma Kuhn
eind maart 2007 werd een inscriptie 'Britanik' gevonden op de motoren en enkele pijpen.
Hiermee is aangetoond dat het orgel bestemd was voor de oceaan-stoomboot Britannic
- het zusterschip van de Titanic. Er zijn nog ruim 1500 originele papieren muziekrollen aanwezig
welke in 2012 zijn gedigitaliseerd. Daardoor kan het orgel deze nu ook via een computer afspelen.
Diverse locaties
Het plan was om het orgel in de hal bij de grote trap van de Britannic te installeren. Vermoedelijk werd
het ingebouwd in 1914 en later weer uitgebouwd toen het schip als hospitaalschip werd aangemerkt.
Het schip zonk na de uitbouw tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1916.
Welte verkocht het orgel vervolgens aan dr. August Nagel (1882-1943) die het in zijn huis in Stuttgart
installeerde. Nagel was sinds 1908 een zeer succesvolle cameraproducent en hij hield van muziek.
In 1935 retourneerde Nagel het orgel aan de fabrikant omdat hij zijn huis verkocht.
Vervolgens vond Welte in 1937 een andere koper: dr. Eugen Kersting (1888-1958), eigenaar
van het elektronicabedrijf Radium in Wipperfürth. Dr. Kersting had het instrument geïnstalleerd
in een ontvangstruimte. Werner Bosch (1916-1992), een Duitse orgelbouwer, onderhield het orgel.
In 1969 werd het orgel gekocht door de huidige eigenaar; het 'Museum für Musikautomaten'
in Seewen (Zwitserland). Het werd ingehuldigd in 1970.
Een soortgelijk Welte Philhamonic orgel uit 1913/1914 bevind zich thans nog in het Salomon Center
in Tunbridge Wells (Engeland).
Link Museum für Musikautomaten - Seewen
Het ‘Titanic’ orgel
Historie
Na de ingebruikname van het luxueuse passagiersschip ‘Titanic’ in 1911 werd door de rederij
(volgens overlevering) nagedacht hoe men het schip nog luxueuser kon maken dan het
zusterschip de ‘Olympic’.
Men plaatste daarom een opdracht bij de firma Welte & Söhne voor de bouw van een pneumatisch
orgel (Philharmonie model II), werkend met papieren muziekrollen. De keuze voor Welte lag in
het feit dat zij al wereldwijd bekend waren om hun orkestorgels, mede veroorzaakt door de
Wereldtentoonstelling.
Het is niet exact bekend waar het orgel in de Titanic zou worden geplaatst. Er was onvoldoende
rekening gehouden met een aanzienlijke ruimte voor het orgel, daarom werd een relatief kleiner
instrument besteld dan het orgel voor de Britannic.
Welte heeft nooit specifiek aangegeven dat zij daadwerkelijk een orgel hadden geplaatst in de
Titanic. In hun catalogus stond: ‘geplaatst op een Engels schip’, wat ook van toepassing zou
kunnen zijn op de Britannic. Op het moment dat de catalogus uitkwam, was de Titanic al vergaan.
Men heeft daarom ook geen foto’s geplaatst uit respect voor de overledenen.
Vlak voor de eerste uitvaart van de Titanic op 10 april 1912 werden de drie bekende muzikanten
ingehuurd omdat toen bekend was dat het orgel niet op tijd in Southampton zou arriveren.
Het orgel is dus nooit geplaatst omdat de Titanic al was uitgevaren toen het orgel in Engeland
arriveerde. De Titanic zonk na een aanvaring met een ijsberg op 14 april 1912.
De White Star Line rederij had na de ramp geen doel meer voor het orgel, waarna het terugkeerde
naar Welte in Freiberg. In de tijd daarna werd het verkocht aan de frabrikant Heinrich Rieger.
Overlevenden van de ramp hebben nadien verklaard dat zij in het trappenhuis een orgel gezien
hebben. Dit zou echter ook kunnen gaan om een pneumatisch harmonium met papierrollen.
Nabestaanden van oud-Welte werknemer Karl Bockish hebben echter verklaard dat hun
echtgenoot en grootvader meermaals had aangegeven dat Welte in 1911 een orgel had gebouwd,
bedoeld voor plaatsing op de Titanic.
Wereldwijd zijn er nog vijf orgels van het type Philharmonie II behouden gebleven.
Het orgel
Het automatische salonorgel model II heeft 17 prestant-frontpijpen en werkt op papierrollen.
Het heeft 10 sprekende registers volgens de specificatie in de Welte-catalogus van 1923:
BASS: Subbas 16’, Contrabass 8’, Bassoon 8’, Viola dolce 8’
TREBLE: Viola dolce 8’, Flute 8’, Diapason 8’, Horn 8’, Viola di gamba 8’, Clarinet 16’
Het model II orgel voor de Titanic heeft echter 7 registers (54 toons) met meer dan 200 pijpen
(Flöte 8', Fagott 8', Klarinette 16', Violine 8', Prinzipal 8', Viola 8' en Bordun 8’).
Locatie
Het door Welte voor de Titanic gebouwde orgel bevind zich thans in het Musikautomaten-Museum
in Schloss Bruchsal (Duitsland).
Link Musikautomatenmuseum Bruchsal
Link artikel ‘Die „Titanic-Orgel“. Eine Legende im Rampenlicht’ (.pdf)